1:7 en een serie van 8

I 1:7

Architectuur communiceert door zijn aanwezigheid. De massieve muren zijn intens verbonden met de ruimte die ze omsluiten.

Om dat te bereiken, stelt Dom Van der Laan zich een tweede vraag: wat is het maximale verschil tussen twee maten zodat we ze nog steeds in verband kunnen brengen met elkaar.

Het antwoord is 1:7.

De dikte van de muur is 1:7 van de ruimte die hij omsluit.

Dit heet NABIJHEID.

II Orde van grootte: een reeks van 8 maten

Met de verhoudingen 3:4 en 1:7 maakt Van der Laan een reeks van acht maten die hij de orde van grootte of maatstelsel noemt. Alle maatregelen zijn in verband gebracht met ongeveer 3:4. De kleinste en de grootste maat hebben betrekking op 1:7.

De proportionele reeks van Van der Laan is uniek omdat hij hele getallen combineert in een hiërarchische reeks.

De sleutel tot deze reeks is het afronden. Om de maten een telbare waarde te geven, vertaalt Dom Van der Laan hen rekenkundig in gehele getallen 3, 4 en 7. Dus de relatie die de reeks 1, 4/3, 7/4, … definieert, is een praktische benadering van 1,324718 …

Zoals de toetsen van de piano, kan je de 8 maten gebruiken om composities te maken.

Het plastische getal verenigt het tellen en meten.

 

Dom Van der Laan geeft de 8 maten een naam als groot of klein element, stuk, deel en geheel.

III Authentieke en afgeleide orde van grootte

Om de mogelijkheden van ontwerpen te verfijnen heeft Van der Laan een tweede reeks verweven met de eerste. Zo is er dus een authentiek en een afgeleide matenstelsel. Elke authentieke maat is gekoppeld aan een kleinere afgeleide maat, dit wordt de afgeleide genoemd.

Elke afgeleide maat is 6/7 van de authentieke maat.

 

Een afgeleide maat is het dubbele van een authentieke maat

 

Een authentieke maat overschrijdt zijn afgeleide met dezelfde authentieke maat van de onderliggende orde van grootte. In een systeem van 8 maten is het verschil tussen de grootste en zijn afgeleide dus gelijk aan de kleinste.

IV Maak je eigen Abacus

Voor pater Hans is het maken zelf essentieel om inzicht te krijgen in het evenwichtig samengaan van verschillende delen. Het bestuderen van het plastische getal en de ontwerpmethode gaat daarom steeds gepaard met het maken van een abacus en een morfotheek. Deze dienen om de kijk op verschillende verhoudingen te oefenen en scherp te stellen. Tijdens het ontwerpproces worden deze concrete hulpmiddelen ingezet om verschillende opties uit te testen.

De originele abacus dateert uit 1952.

© drawing by HvdL, 26 November 1984 © drawing by HvdL, 26 November 1984

De abacus zoals die in zijn uiteindelijke vorm voorkomt in 1984, bestaat uit 38 staafjes van 12 mm breed en 7 mm dik. Twee ordes van grootte worden vertegenwoordigd: de orde van 3,5 mm tot 24,5 mm en de daaropvolgende van 24,5 mm tot 175,5 mm. Om het geheel passend te maken is van een onderliggend stelsel nog 2,5 mm toegevoegd, alsook de afgeleide maat 4 mm.

Alle maten van het gebouw staan met elkaar in verhouding op basis van het matenstelsel. De synchronisatie van alle maten van het gebouw noemt Van der Laan symmetrie. De term wordt  niet gebruikt in de betekenis die tegenwoordig gebruikt wordt om de tegengestelde identiteit van twee helften aan te duiden, maar in de zin van de verhouding tussen de groottes van de delen van een gebouw, vanaf het kleinste deel ervan tot aan het geheel. Hij gebruikt symmetrie bij de studie naar de verhoudingen, de ratio tussen de overeenkomstige maten van verschillende elementen, zoals twee lengtes of twee hoogtes.

V Maak je eigen morfotheek

Eurythmie is de studie van één vorm, van de onderlinge verhoudingen tussen de drie dimensies, waarbij lengte met breedte, breedte met hoogte, en hoogte met lengte worden vergeleken binnen één vorm.

 © drawing by HvdL, November 1977  © drawing by HvdL, November 1977

In de morfotheek, uitgevoerd in 1977, zijn de balkjes 16 mm hoog. Het kleinste blokje is 16 mm x 16 mm x 16 mm, terwijl de grootste plaat 114 mm x 114 mm x 16 mm is.

Loading content…