“Van nature zijn wij aangewezen op voedsel, kleding en een huis. De grond is te hard voor onze blote voeten en daarom binden wij ons sandalen onder, eigengemaakte zolen van zachter materiaal dan de grond, maar steviger dan onze voeten. Door middel echter van deze met zorg gekozen zolen komt de harmonie, de overeenstemming tot stand tussen onze tere voeten en de ruwe grond.”
“Bij het huis gaat het niet slechts om het contact van de voet met de grond, maar om de ontmoeting van ons hele bestaan met de volledige natuurlijke omgeving. Het middel waardoor de harmonie tussen beide tot stand komt, is een ‘stukje bewoonbare ruimte’, dat wij door wanden van de natuurlijke ruimte afscheiden. Het huis moeten we beschouwen als een toevoeging aan de natuur, een voltooiing van de natuurlijke ruimte om deze voor ons bewoonbaar te maken.””
Dom Hans van der Laan, Architectonic Space (AS)
'De functie van het huis is daarom eerst dan compleet, als de volledige architectonische ruimte, vanaf de cella tot aan het domein, onder de invloed staat van de architectonische vormen zowel de ruimte als de vorm beheerst wordt door de architectonische ordening van de kwantiteit.'
(VDL AS XI.1)
‘Tussen de twee uiterste termen van het behuizingsproces, de mens en de natuur, zijn dus twee intermediaire termen aanwezig: ten eerste de aan de aarde onttrokken bouwmaterialen en ten tweede het huis, het technische geheel waarin diezelfde materialen zijn geïntegreerd.’
(VDL AS I.2)
"Ik reken dan op de goede wil om lagere belangen prijs te geven voor hogere, zoals dat ook in het geestelijk leven zo dikwijls moet gebeuren. En dat hoger belang is dan vooral de grote eenheid van meubels en ruimte, en de rust die daardoor aan de geest wordt verschaft. Dit soort meubels hebben wij steeds in relatie gezien met de ruimte waarin zij staan en die zij voltooien en wel zo dat wij hun kleur steeds met die van de ruimte hebben laten stroken. De heer van Hooff kleurde die meubels als het ware met de schaduwtinten van de wanden, zoals dat in uw huis voor de deuren gedaan is."
(VDL, 9 letters)
"In de natuur is alles met een onnaspeurlijke variatie en veelheid en toch met een grote eenheid en harmonie. ’t Is Gods glorie als wij dat op onze manier binnen de beperkingen van ons menselijk verstand nadoen. Hoe eenvoudiger wij dat doen, hoe beter wij die zelfde eenheid en harmonie kunnen bereiken."
(VDL, 9 letters)