Een abdij in België

Schaal 1 — Positie op de site

© Photo Jeroen Verrecht © Photo Jeroen Verrecht
© Drawing Van der Laan Archives © Drawing Van der Laan Archives

De onderstaande analytische tekeningen zijn gemaakt naar aanleiding van een reeks workshops tussen 2010 en 2014, in Abdij Roosenberg. Ik ben architect Frans Ruijs zeer dankbaar voor zijn bijdragen.

Orde van grootte

In Abdij Roosenberg werkt Dom Van der Laan met een cella van 351 cm. De wanden hebben een dikte van 49 cm. Op basis van deze dimensies zijn er 3 ordes van grootte ontwikkeld.
– De wanddelen en vensteropeningen variëren tussen 0,5 m en 3,5 m
– De grotere ruimtes en kloostervleugels variëren tussen 3,5 m en 25 m
– Het domein, of de locatie, is 49 keer groter dan de cella, oftewel 175 meter

Dit resulteert in vier ordes van grootte zoals links getoond wordt. Deze specifieke reeksen van maten zijn gebruikt voor het ontwerpen van Abdij Roosenberg. Nogmaals, ze zijn zoals de toetsen van de piano, waaruit het ontwerp is samengesteld. Dit wordt getoond in praktische voorbeelden op de volgende pagina’s. U kunt uw bladwijzer naast de analyse plaatsen om de exacte maten te volgen.

0,5 m wand dikte
3,5 m cella
25 m hof
175 m domein

Van der Laan drukt de concrete maten van het gebouw uit in cm.

Schaal 1 — Algemeen geometrisch schema

Schaal 2  — De kloostercel

© Photo Coen van der Heiden © Photo Coen van der Heiden

De kloostercel of de gastenkamer is de kleinste ruimtelijk eenheid.

wand : cella = 1:7

Abdij Roosenberg is de eerste plek waar Dom Van der Laan een typologie van een kamer voor één persoon ontwierp. Twee vierkante ramen kijken uit op de hof. De cel is voorzien van een bed met nachtkastje, een kleerkast en een tafel en stoel.

De kloostercel meet 3,51 m x 4 m, dit is een verhouding van 6:7. Op de tekening met isometrsich perspectief kunnen deze maten gemakkelijk geteld worden door het tegelpatroon van 49 cm x 49 cm.

Schaal 2 — Matenschema van de kloostervleugels

Abdij Roosenberg heeft 12 cellen voor de zusters in de Zuid vleugel en 25 cellen voor de gasten in de West vleugel.

Organisatie plan

1 inkom
2 voorplein
3 kerk
4 hof
5 sacristie
6 zitkamer
7 bureau
8 zitkamer
9 studeer ruimte
10 atelier
11 recreatie
12 trappen
13 refter
14 keuken
15 afwas ruimte
16 refter voor de gasten
17 conferentie ruimte
18 ontvangsthal
19 museum
20 portiers loge
21 abdij ingang

Schaal 2 — De halve ruimte

Alle ruimtes op de gelijkvloers, bijvoorbeeld de refter en de bibliotheek, zijn gevormd volgens de specifieke formule van de hal ruimte, meer specifiek als een hal ruimte waarbij er enkel een galerij is langst een zijde.

© Photo Julie De Raedt © Photo Julie De Raedt
© Photo Julie De Raedt © Photo Julie De Raedt

Voor de gevel van Abdij Roosenberg, ontwikkelde Dom Van der Laan een algemene formule die bestaat uit een massieve basis en een open fries, georganiseerd door twee horizontale rijen van ramen. De open fries is in verhouding met de gehele facade als 2:5, dit is terug een ‘eustyle’ bepaling van superpositie.

De fries en basis hebben beiden een specifiek karakter, ze reflecteren de vorm en het ritme van de innerlijke ruimte.

Schaal 2 — De trappenhal

© Photo Caroline Voet © Photo Caroline Voet

De gelijkvloers en de eerste verdieping zijn verbonden met elkaar door een trappenhuis dat de lengte heeft van twee traveeën. De trap zelf is gevormd door een sleuf tussen de buitengevel en een nieuwe parallelle wand. De sleuf is verlicht van bovenuit door 4 ramen op de eerste verdieping. Op deze manier reist het licht naar beneden langs de trap, waardoor het een helder brandpunt wordt in een eerder donkere hal. Dit wordt versterkt doordat er een opwaartse beweging naar de sleuf wordt aangekondigd door de eerste vijf treden: eerst een beweging naar het licht, dan een beweging langs het licht. Op de eerste verdieping heeft de parallelle wand een hoogte van 1 meter, waardoor het perspectief zich opent als men naar boven beweegt.

Schaal 2 — De kerk

© Photo Julie De Raedt © Photo Julie De Raedt

De kerk van Abdij Roosenberg heeft een uitzonderlijke vorm. Het is gemaakt vanuit een superpositie van een rechthoekige basis en een achthoekige lantaarn. Dom Van der Laan ziet de achthoek als een primitieve formule om wanddelen samen te brengen tot een ruimtelijke omsluiting door juxtapositie. Breedte en hoogte zijn georganiseerd volgens de verhouding van het plastische getal 3:4. Het tabernakel is gesitueerd in een kleine apsis achter het altaar. Deze formule van een gecentraliseerde kerk laat toe dat het altaar zich in het midden bevindt, met de gelovigen er nauw omheen verzameld. Dom Van der Laan noemde dit een viervoudige nabijheid: een grote cella in het midden. Hierdoor is de binnenruimte wat gebouwd is, terwijl de buitenruimte over is. Dit resulteert in een spanning rond de achthoek, tussen de ruimtes grenzend aan de ingang en de apsis en de twee smalle gangachtige ruimtes aan de zijkant.

Loading content…